Buys Ballot

Gisteren kwam zomaar ineens de wet van Buys Ballot ter sprake. Hoe kom je op zo’n onderwerp? Ik vraag het Willem. Waarom haalde ik gisteren ook weer Buis Ballot  aan om vervolgens omstandig het leeglopen van het ligbad uit te leggen met het met de klok meedraaiende water richting afvoerputje aan de hand van wat vroeger op de h.b.s. is verteld. En ook dat het op het noordelijk halfrond anders is dan op het zuidelijk halfrond. Willem bleef me het antwoord schuldig.

Allez, dan maar erover schrijven zonder duidelijke oorzaak. Want door Buys Ballot sprongen mijn gedachten naar meneer Bökenkamp, de aardrijkskundeleraar en tevens *klassevader* in mijn h.b.s.-tijd. Het was op de Johan van Oldenbarnevelt h.b.s. de gewoonte dat voor iedere klas een leraar of lerares als vader of moeder werd benoemd. Wat dat precies inhield was een beetje vaag. Misschien konden leerlingen met problemen bij hen terecht, maar geen haar op wie zijn hoofd dan ook dacht eraan een leraar in vertrouwen te nemen. Stel je voor! De kloof tussen ‘wij’ en ‘zij’ had de breedte van de Grand Canyon. Zij deelden de rapporten uit en moesten toezicht houden bij een klassenavondje. Daar konden we dan weer wel wat mee, het betekende immers een feestje bouwen. Bökenkamp ging zodra iedereen binnen was in de lerarenkamer repetities corrigeren. Er viel trouwens niet veel toezicht te houden in die tijd. We waren 12, 13, en14 jaar, rookten niet (of stiekum ergens achter een bouwkeet) en alcohol of drugs waren niet in beeld. Onze versnaperingen bestonden uit toastjes met filet americain, veel chips en cola. We voerden enge operaties uit achter een wit laken met een lamp erop, een paar jongens coverden ‘Under the boardwalk’ van de Stones en we draaiden plaatjes om te kunnen slijpen. Schuifelen zoals dat tegenwoordig heet. Heel onschuldig allemaal.

Eenmaal in het eindexamenjaar gekomen wilden wij leerlingen bij het sinterklaasfeest iets leuks voor onze leraar doen. Een surprise maken!
Wat knutsel je voor iemand die mijlenver van je af staat en die je alleen als docent kent? Want ook in de werkweek in klas vier werd die afstand niet kleiner. Het hoorde zo in die tijd. Je zei netjes meneer en kende zijn voornaam niet eens.

Ik had een briljant idee, vond ik zelf.
We geven hem een boek met op de kaft zijn foto en binnenin zit het cadeau.
En ik vraag mijn vader om dat uit te voeren.

Te gek vonden mijn klasgenoten dat. Niet te weinig. Het was anno 1969. Vet, cool of gaaf waren nog niet uitgevonden.
De klasgenoten waren allang blij dat iemand wat wist.
Mijn vader werkte op een drukkerij en kende alle finesses van het drukkersvak.
Thuisgekomen vroeg ik meteen of hij ons wilde helpen.
Heb je een foto van die meneer Bökenkamp?
Nee, die had ik niet.
En hoe moet dat boek heten?
Daar had ik ook niet bij stilgestaan.
We hadden geen telefoon in die dagen. We leefden immers nog in het stenen tijdperk. Hoe ik aan zijn nummer ben gekomen weet ik niet meer. Wel, dat ik onder schooltijd, terwijl hij aan het werk was, zijn vrouw aan de telefoon sprak en uitlegde dat we een duidelijke foto nodig hadden voor een verrassing. Mevrouw Bökenkamp reageerde gereserveerd. Ik verzekerde haar dat de foto onbeschadigd retour zou komen. Gelukkig stemde ze na nog meer verzekeringen en beloftes toe en was ze bereid het voor haar man geheim te houden.
Vervolgens moest het probleem van de titel worden opgelost. Ik was er inmiddels achter dat zijn voornaam Frans luidde.

Terwijl ik in mijn slaapkamer op het bed zat nam ik de titels van de boeken in het blauw-rood-gele tomadowandrekje in me op. Er stond een hele rij witte raven meisjespockets. Op de bovenste plank achter die rij bevond zich de spannende lectuur. Mijn vijf jaar oudere zus had die daar gedeponeerd. Onder andere de roman van Jan Cremer. Verschenen in 1964, veelbesproken en voor mij verboden. Natuurlijk had ik het boek gelezen. Wat je niet mag doe je juist. Ineens wist ik het.
Mijn vader deed er helemaal niet moeilijk over. Het cadeau werd prachtig uitgevoerd met een harde kaft, de jeugdfoto (helaas zat hij niet op een stoere brommer maar had hij een klein stepje vast) was mooi vergroot en eronder stond prominent in grote dikke letters: Ik, Frans Bökenkamp.
Ik weet nog dat hij (en alle leraren) het een prachtige surprise vonden.
De foto was ondanks alle beloftes toch licht beschadigd. De drukker die de foto zou vergroten had met balpen vier markeerstreepjes gezet op de rand van het origineel. Hij is met veel excuses geretourneerd.

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.