Er is ons een koelere dag beloofd. Dat biedt perspectief. Niet weer uren op de bank hangen onderwijl ijswatertjes drinken met de ventilator frontaal op de salontafel. We zijn het druipend-de-heetste-vuren-doorstaan-en-hoopvol-wachten-tot-het-beter-wordt helemaal beu.
Dus eigenlijk is het de schuld van het KNMI dat we ons naar de Oude Maas laten sturen. We zetten de auto bij het begin van de voormalige Barendrechtse brug en wandelen langs de rivier richting pannenkoekhuis, volgens het fietswijzerbord 1 km verderop. Rechts grazen twee moslima fjorden ondanks het gortdroge bruingele gras (de foto dateert van 2014). Ze zullen hongerig zijn.
De struiken even verderop langs het pad zijn aan de onderkant al ontdaan van vruchten, maar hoog boven reikhoogte klinken zachte bramenstemmetjes: pluk ons, pluk ons. We weerstaan echter de miniatuursirenen en lopen door terwijl af en toe een roedeltje wielrenners rakelings langs onze handen zoeft. Boven ons, in het blauw, is de maansikkel zichtbaar. Willem, als gewoonlijk nog steeds een beetje schoolmeester, zegt dat hij in het laatste kwartier hangt. Op mijn reactie dat de hemel en de sterren voor mij astronomische abacadabra zijn, vraagt hij of ik van de maan zoals hij er nu uitziet een p of een d kan maken, als ik er een denkbeeldige poot aan hang. Of een q, vul ik aan. Hangt er maar net vanaf of je de poot naar boven of naar beneden laat wijzen.
Dat hebben we wel vaker, hij stelt vragen omdat hij van A naar B gaat, en ik neem een gedachtenkronkelpad via C, F en O om tenslotte ook bij B uit te komen. Hoe dan ook, al discussiërend hebben we ongemerkt de hele route afgelegd en gaan bij het pannenkoekhuis naar binnen.
Het is er donker en warm, ondanks de ventilatoren aan het plafond. Er zijn nog volop lege tafels, ook aan het raam met uitzicht op een zonnebadend stel op het stoppelgras en daarachter de rivier. De kaart bevat, het was te verwachten, een lange rij variaties op een pannenkoek. Die bak ik thuis geregeld dus we besluiten iets anders te nemen. Een pistoletje met iets erop of kroketten met brood? We schrikken van de prijzen. Ondertussen worden onze drankjes neergezet: een cappuccino en een tonic. De cappuccino is vergezeld van een krakeling-achtig koekje. Het glas van Willem is voor de helft gevuld met ijsklonten en een schijfje citroen, de rest moet tonic zijn. Ik schat 10 cc.
Ik wil hier niks eten.
Waarom niet?
Als je bedenkt dat je voor de cappuccino 2,95 betaalt, en voor 10 cc tonic ongeveer hetzelfde. Het zijn oplichters hier.
Je hebt gelijk. We eten thuis wel wat.
Meteen erna rekenen we af en lopen dezelfde weg terug. Gelukkig is het pad hier en daar nog beschaduwd. In de droge grond ernaast staat wonderlijk genoeg zomaar een plantje uitbundig te bloeien met kleine gele lintbloempjes. We hebben geen idee wat het is. Ook zien we uitgebloeide weegbree en bosjes paarse distelbloemen. Ze hebben zowaar de tropen doorstaan, want de afgelopen weken is nauwelijks een spatje gevallen en zijn de temperaturen met gemak boven de 35 graden gekomen. Opvallend genoeg horen we geen vogels, maar dat kan aan het tijdstip liggen. In de rivier zien we een fuut drijven. Hij duikt geregeld onder water. Die heeft geen last van de hitte. We zijn blij als we weer bij de auto zijn. De airco gaat aan en wij kunnen huiswaarts. Op de bank hangen.