ik zag mijn tweelingzus

 

ooit mijn beste vriendin
ze was bijna volmaakt, nou ja,
er was geen symmetrie en
haar oren stonden scheef

nu ik haar weer zie
haar wangen lossig om de jukbogen gehaakt
een net van purperdraden over het gelaat
huiver ik van het wijf
een kol met vlossige pruik
die naar achteren deinst
omdat ik scrupuleus
haar ware aard beschrijf

nog staan haar ogen helder
maar ieder jaar wordt haar mond
dunner, een sleetse streep

ik wil haar niet meer kennen
draai me voortaan van haar weg

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.