Oude woorden en vroeger

met water spelen in de teil bij oma

Tijdens het gesprek met een goede vriend valt  het woord huishoudboekje, omdat op de tv een programma is waarin wordt gepleit voor terugkeer van dat kleinood. Veel mensen hebben geen zicht meer op hun portemonnee, dankzij het digitale geldverkeer. Of liever gezegd op de inhoud ervan. Portemonnee en huishoudboekje zijn gedateerde woorden. Nu heb je een betaalpas, een betaalrekening en contactloos betalen, contant geld is voor Neanderthalers. De hedendaagsche mensch heeft een smartphone, winkelt online en appt zich de godganse dag een ongeluk.

Wij beiden herinneren ons het loonzakje. Elke vrijdagavond legde mijn vader de inhoud van een bruine enveloppe op het geweven wollen kleed van de eettafel, waarna de briefjes en de verschillende munten over de vakjes van een houten bak werden verdeeld. Die had hij zelf in elkaar getimmerd. Op elk vakje zat een plakker waarop met keurige schuine blokletters woorden stonden als huur, sparen, GEB, vakantie, verjaardagen, huish.geld.

Vrijdag was sowieso een bijzondere dag in de jaren vijftig en zestig. Na de avondmaaltijd moest het hele gezin in bad. Het lavet in de doucheruimte was groot genoeg voor een kind. De haren werden gewassen, de nagels geknipt.
Bij ons thuis aten we dan altijd zuurkool. Voor mijn moeder een makkie, stamppot met rookworst en een restje overgebleven jus van de dag ervoor. Ik smulde, maar broer weigerde een hap ervan te eten. Mijn ouders deden echter niet aan niet-lusten. Zijn rookworst bleef op het dressoir staan tot het bord leeg was.

Wat hebben we allemaal moeten doorstaan toen we jong waren! Er was geen c.v., alleen een kachel in de woonkamer. In de slaapkamers groeiden in de winter niet zelden ijsbloemen op de ruit. Elke dag moest iemand van vier hoog naar beneden om in de kelder een kit vol kolen te scheppen. Als je je bed uitkwam was het hele huis ijskoud. Later werd de kolenkachel vervangen door een gashaard. We hadden maar weinig kleren voor door de week, je goeie goed was voor de zondag. En maandags lag de broodtrommel vol met oud brood. Als moeder zin had bakte ze wentelteefjes, want weggooien was zonde.

Er was een dak boven ons hoofd, ieder had een eigen bed met lakens en dekens en driemaal daags werd een maaltijd voorgezet. Eigenlijk waren we zonder het te beseffen stinkend rijk.

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.