Zondags was het rustdag voor de meeste mensen
maar niet voor ons, wij gingen niet naar de kerk,
mijn vader was communist. Hij joeg het vrome stof
de kamer uit, nog voordat mijn oom en tante kwamen
hoewel mijn moeder op vrijdag had schoongemaakt
poetste mijn vader verwoed de teakhouten kast. De stoelen
verhuisden naar de gang om ruimte te maken voor
een steigerende stofzuiger. Geen hoek sloeg hij over
we bleven uit de buurt van zijn strakke rug
tot het stof was neergedaald en de salontafel
vol stond met aansteker, asbak en sigaretten
terwijl de kamer zich vulde met stemmen, blauwgrijze rook
het plafond bestreek, zaten we stil bij de tafel en
dronken limonade gazeuse, voelden het prikken