Het is nog donker als ik opsta. Dat is het doorgaans altijd wel, ik ben een ochtendmens. Er wordt sneeuw verwacht en er gaat nu eenmaal gladheid mee gepaard. Maar de daken en de stoepen zijn niet met een wit laken bedekt, bovendien is alles kurkdroog. De nacht talmt met vertrekken. Het wolkendek weigert hardnekkig het daglicht volledig toe te laten. Misschien is een korte ochtendwandeling toch mogelijk.
Ik start de laptop en zoek de buienradar op. Tegenwoordig kun je inzoomen op je woonplaats en per uur de buienactiviteit bekijken. Rond 9 uur zal de eerste neerslag boven Dordrecht vallen. Ik durf het aan, want ik heb ruim een uur de tijd. Snel kleed ik me aan, hap een reepje Nakd weg, er is geen tijd voor een fatsoenlijk ontbijt, en ik sta dan ook nog geen tien minuten later, gewapend met een lege boodschappentas, mijn mobiel in de linker-, sleutels in de rechterjaszak en een dikke sjaal om de nek in de voortuin. Het donkert nog steeds maar de stad begint te ontwaken. Denkend aan Jacques Dutronc il est huit heures, Dordrecht s’éveille. Alhoewel, heel wat minder spectaculair, ik woon immers helemaal aan de rand van de stad.
Een moeder fietst met een baboekarretje, erin een smurfje en achter haar een ander smurfje gezeten op een kinderstoeltje. Hier en daar branden achter de ramen gele lichten. De auto’s rijden zonder haast. De bakkerskar van Bijl met Goof passeert op de Elzenlaan. We zwaaien naar elkaar. Bij de supermarkt worden goederen uitgeladen. Goedemorgen zeggen de mannen. Een scootmobiel met een stevig gemutste bejaarde beklimt de verkeersdrempel, hij wiebelt gevaarlijk, valt net niet om. Even later scheurt hij me al groetend voorbij. Nadat ik mijn boodschappen heb verzameld, een tros bananen, een bak tomaten, een komkommer, toiletpapier, een maaltijdsalade, koffiepads en thee, niks bijzonders dus, begeef ik me op de terugweg. Het loopt moeizamer dan heen. De rug protesteert en de benen doen pijn. Ik moet doorzetten, elke dag weer, het zal uiteindelijk verbeteren.
De reiger aan de oever van de singel staat nog even roerloos in dezelfde stand als ik hem op de heenweg waarnam. Hoog boven mij vliegt er één richting de weidse polder. Er is water genoeg in deze omgeving. De meeuwen zijn inmiddels ook wakker en schreeuwen naar elkaar in een taal die ik niet versta. Nog een klein stukje, dan ben ik thuis. Ik voel iets nats op mijn neus. En ja hoor, buienradar had het bij het rechte eind, de eerste vlokjes vallen om 9.15 uur.
2 gedachten over “Voorspelling”
30 januari 2019
Mooi verhaal! Wanneer was dit?