De tijd verdunt het bloed
we staan met de rug tegen de muur
van het jichtige bestaan
het huis draait op het nachttarief
de bewoner trekt zijn voorgestanste lot
geen woestijnwind meer
alleen nog het transport op wielen
we hoeven niets
dan een rode knop in
het toilet, een deur zonder slot
en een schrift met laatste wensen
de vertrekdienst deelt de koorden
met de penning uit
en duwt ons zachtjes
naar de poort
reanimeer mij niet